Menu:

Formularium Zwolse Zorginstellingen

 
 

Laatst gewijzigd:
maart 2011

Disclaimer »












Dosisaanpassing bij Nierfunctiestoornissen


GENEESMIDDEL KLARING ACTIE
Acetylsalicylzuur
Carbasalaatcalcium (Ascal®) 
≤ 30 ml/min  Bij gebruik 2 weken overweeg alternatief voor NSAID's. Geen alternatief: nierfunctie één week voor en één week na starten controleren. 
Atenolol (Tenormin®) ≤ 30 ml/min  50% van de normale dosering  
Bisoprolol
(Emcor®) 
≤ 20 ml/min  Start met 50% van de normale dosering onderhoudsdosering: maximaal 10 mg per dag.  
Cefazoline
(Kefzol®) 
30-50 ml/min
< 30 ml/min 
- Elke 12 uur 500 mg
- Elke 24 uur 500 mg  
Ceftazidim
(Fortum®) 
30-50 ml/min
< 30 ml/min 
- Elke 12 uur 1 gram
- Elke 24 uur 1 gram  
Cefuroxim parenteraal
(Zinacef®) 
≤ 30 ml/min  Elke 12 uur een standaard dosis  
Celecoxib
(Celebrex®) 
≤ 30 ml/min  Bij gebruik > 2 weken overweeg alternatief voor NSAID’s. Geen alternatief: nierfunctie één week voor en één week na starten controleren.  
Cetirizine (Zyrtec®)  ≤ 50 ml/min  - 50% van de normale dosering  
Ciprofibraat
(Hyperlipen®, Modalim®) 
30-50 ml/min
< 30 ml/min 
- 100 mg om de dag
- NIET voorschrijven  
Diclofenac 
(Voltaren®)
≤ 30 ml/min  Bij gebruik > 2 weken overweeg alternatief voor NSAID’s. Geen alternatief: nierfunctie één week voor en één week na starten controleren.  
Digoxine
(Lanoxin®) 
≤ 50 ml/min  - 50% van de oplaaddosis.
- Na opladen: onderhouds-dosering 0,125 mg/dag.
- Pas daarna de dosering aan op geleide van het klinisch beeld.  
Disopyramide
(Ritmoforine®, Rythmodan®) 
≤ 50 ml/min  Start met een normale dosering. Pas daarna de dosis of het doseringsinterval aan op basis van de plasmaspiegel. Therap. bloedspiegel: 2-4 mg/l, bij uitzondering tot 6 mg/l. Bij plasmaspiegel > 6 mg/l is er een sterk verhoogd risico op bijwerkingen.
De behandeling moet klinisch, onder controle van het ECG, worden ingesteld.  
Etoricoxib
(Arcoxia®)  
≤ 30 ml/min  Bij gebruik > 2 weken overweeg alternatief voor NSAID’s. Geen alternatief: nierfunctie één week voor en één week na starten controleren. 
Famotidine
(Pepcid®, Pepcidin®) 
≤ 30 ml/min  - 50% van de normale dosering, bij voorkeur door de toedienfrequentie te verlagen tot 1 x daags.  
Fexofenadine/terfenadine  ≤ 50 ml/min  - 50% van de normale dosis  
Flecainide
(Tambocor®) 
bij elke vorm van nierinsufficiëntie  De behandeling moet klinisch, onder controle van het ECG, worden ingesteld.
Start met een normale dosering. Pas daarna de dosis of het doseringsinterval aan op grond van de plasmaspiegel. Therap. bloedspiegel: 0,2-1 mg/l. Het risico op bijwerkingen is verhoogd bij plasmaspiegels > 0,7 mg/l.  
Glibenclamide  ≤ 50 ml/min  - Halveer de startdosis  
Gliclazide (Diamicron®)  ≤ 50 ml/min  - Halveer de startdosis  
Glimepiride
(Amaryl®) 
≤ 50 ml/min  - Halveer de startdosis. Er is geen ervaring met het gebruik door patiënten met ernstige nierinsufficiëntie.  
Hydroxyzine
(Atarax®) 
≤ 50 ml/min  - 50% van de normale dosis  
Ibuprofen (Brufen®) ≤ 30 ml/min  Bij gebruik > 2 weken overweeg alternatief voor NSAID’s. Geen alternatief: nierfunctie één week voor en één week na starten controleren.  
Indometacinen
(Indocid®) 
≤ 30 ml/min  Bij gebruik > 2 weken overweeg alternatief voor NSAID’s. Geen alternatief: nierfunctie één week voor en één week na starten controleren.  
Ketoprofen
(Orudis®, Oscorel®) 
≤ 30 ml/min  Bij gebruik > 2 weken overweeg alternatief voor NSAID’s. Geen alternatief: nierfunctie één week voor en één week na starten controleren.  
Meloxicam
(Movicox®)  
≤ 30 ml/min  Bij gebruik > 2 weken overweeg alternatief voor NSAID’s. Geen alternatief: nierfunctie één week voor en één week na starten controleren. Bij dialyse-patiënten niet meer dan 7,5 mg per dag toepassen. 
Metformine (Glucophage®)  ≤ 50 ml/min  - NIET voorschrijven  
Methotrexaat
(Emthexate®, Metoject®) 
40-70 ml/min
< 40 ml/min 
- 50% van de normale dosis.
- Op basis van de methotrexaatspiegel.  
Nabumeton
(Mebutan®) 
≤ 30 ml/min  Bij gebruik > 2 weken overweeg alternatief voor NSAID’s. Geen alternatief: nierfunctie één week voor en één week na starten controleren.  
Naproxen  ≤ 30 ml/min  Bij gebruik > 2 weken overweeg alternatief voor NSAID’s. Geen alternatief: nierfunctie één week voor en één week na starten controleren.  
Nebivolol
(Nebilet®) 
≤ 50 ml/min  - Start met 2,5 mg 1x daags. Verhoog zo nodig naar 5 mg 1x daags.  
Nitrofurantoine
(Furabid®, Furadantine®)  
≤ 50 ml/min  - NIET voorschrijven 
Parecoxib
(Dynastat®) 
≤ 30 ml/min  Bij gebruik > 2 weken overweeg alternatief voor NSAID’s. Geen alternatief: nierfunctie één week voor en één week na starten controleren.  
Piroxicam
(Brexine®, Feldene®) 
≤ 30 ml/min  Bij gebruik > 2 weken overweeg alternatief voor NSAID’s. Geen alternatief: nierfunctie één week voor en één week na starten controleren.  
Procainamide
(Pronestyl®) 
bij elke vorm van nierinsufficiëntie  De behandeling moet klinisch, onder controle van het ECG, worden ingesteld
Start met een normale dosering. Pas daarna de dosis of het doseringsinterval aan op grond van de plasmaspiegel. Therap. bloedspiegel: 4-8 mg/l.  
Ranitidine
(Zantac®) 
≤ 30 ml/min  - 50% van de normale dosering, bij voorkeur door de toedienfrequentie te verlagen tot 1 x daags.  
Sotalol
(Sotacor®) 
30-50 ml/min
10-30 ml/min
< 10 ml/min 
- maximaal 160 mg per dag.
- maximaal 80 mg per dag.
- NIET voorschrijven  
Terbinafine (Lamisil®)  ≤ 50 ml/min  - 50% van de normale dosis.  
Terfenadine (Triludan®)  ≤ 50 ml/min  - 50% van de normale dosis.  
Tetracycline  ≤ 30 ml/min  - Onderhoudsdosering:
250 mg 1 x daags.  

Terug naar boven

versie mei 2010