Dosisaanpassing bij Nierfunctiestoornissen
GENEESMIDDEL |
KLARING |
ACTIE |
≤ 30 ml/min
|
Bij gebruik 2 weken overweeg alternatief voor NSAID's. Geen alternatief: nierfunctie één week voor en één week na starten controleren.
|
≤ 30 ml/min
|
50% van de normale dosering
|
≤ 20 ml/min
|
Start met 50% van de normale dosering onderhoudsdosering: maximaal 10 mg per dag.
|
30-50 ml/min < 30 ml/min
|
- Elke 12 uur 500 mg - Elke 24 uur 500 mg
|
30-50 ml/min < 30 ml/min
|
- Elke 12 uur 1 gram - Elke 24 uur 1 gram
|
≤ 30 ml/min
|
Elke 12 uur een standaard dosis
|
≤ 30 ml/min
|
Bij gebruik > 2 weken overweeg alternatief voor NSAID’s. Geen alternatief: nierfunctie één week voor en één week na starten controleren.
|
≤ 50 ml/min
|
- 50% van de normale dosering
|
30-50 ml/min < 30 ml/min
|
- 100 mg om de dag - NIET voorschrijven
|
≤ 30 ml/min
|
Bij gebruik > 2 weken overweeg alternatief voor NSAID’s. Geen alternatief: nierfunctie één week voor en één week na starten controleren.
|
≤ 50 ml/min
|
- 50% van de oplaaddosis. - Na opladen: onderhouds-dosering 0,125 mg/dag. - Pas daarna de dosering aan op geleide van het klinisch beeld.
|
≤ 50 ml/min
|
Start met een normale dosering. Pas daarna de dosis of het doseringsinterval aan op basis van de plasmaspiegel. Therap. bloedspiegel: 2-4 mg/l, bij uitzondering tot 6 mg/l. Bij plasmaspiegel > 6 mg/l is er een sterk verhoogd risico op bijwerkingen. De behandeling moet klinisch, onder controle van het ECG, worden ingesteld.
|
≤ 30 ml/min
|
Bij gebruik > 2 weken overweeg alternatief voor NSAID’s. Geen alternatief: nierfunctie één week voor en één week na starten controleren.
|
≤ 30 ml/min
|
- 50% van de normale dosering, bij voorkeur door de toedienfrequentie te verlagen tot 1 x daags.
|
≤ 50 ml/min
|
- 50% van de normale dosis
|
bij elke vorm van nierinsufficiëntie
|
De behandeling moet klinisch, onder controle van het ECG, worden ingesteld. Start met een normale dosering. Pas daarna de dosis of het doseringsinterval aan op grond van de plasmaspiegel. Therap. bloedspiegel: 0,2-1 mg/l. Het risico op bijwerkingen is verhoogd bij plasmaspiegels > 0,7 mg/l.
|
≤ 50 ml/min
|
- Halveer de startdosis
|
≤ 50 ml/min
|
- Halveer de startdosis
|
≤ 50 ml/min
|
- Halveer de startdosis. Er is geen ervaring met het gebruik door patiënten met ernstige nierinsufficiëntie.
|
≤ 50 ml/min
|
- 50% van de normale dosis
|
≤ 30 ml/min
|
Bij gebruik > 2 weken overweeg alternatief voor NSAID’s. Geen alternatief: nierfunctie één week voor en één week na starten controleren.
|
≤ 30 ml/min
|
Bij gebruik > 2 weken overweeg alternatief voor NSAID’s. Geen alternatief: nierfunctie één week voor en één week na starten controleren.
|
≤ 30 ml/min
|
Bij gebruik > 2 weken overweeg alternatief voor NSAID’s. Geen alternatief: nierfunctie één week voor en één week na starten controleren.
|
≤ 30 ml/min
|
Bij gebruik > 2 weken overweeg alternatief voor NSAID’s. Geen alternatief: nierfunctie één week voor en één week na starten controleren. Bij dialyse-patiënten niet meer dan 7,5 mg per dag toepassen.
|
≤ 50 ml/min
|
- NIET voorschrijven
|
40-70 ml/min < 40 ml/min
|
- 50% van de normale dosis. - Op basis van de methotrexaatspiegel.
|
≤ 30 ml/min
|
Bij gebruik > 2 weken overweeg alternatief voor NSAID’s. Geen alternatief: nierfunctie één week voor en één week na starten controleren.
|
≤ 30 ml/min
|
Bij gebruik > 2 weken overweeg alternatief voor NSAID’s. Geen alternatief: nierfunctie één week voor en één week na starten controleren.
|
≤ 50 ml/min
|
- Start met 2,5 mg 1x daags. Verhoog zo nodig naar 5 mg 1x daags.
|
≤ 50 ml/min
|
- NIET voorschrijven
|
≤ 30 ml/min
|
Bij gebruik > 2 weken overweeg alternatief voor NSAID’s. Geen alternatief: nierfunctie één week voor en één week na starten controleren.
|
≤ 30 ml/min
|
Bij gebruik > 2 weken overweeg alternatief voor NSAID’s. Geen alternatief: nierfunctie één week voor en één week na starten controleren.
|
bij elke vorm van nierinsufficiëntie
|
De behandeling moet klinisch, onder controle van het ECG, worden ingesteld Start met een normale dosering. Pas daarna de dosis of het doseringsinterval aan op grond van de plasmaspiegel. Therap. bloedspiegel: 4-8 mg/l.
|
≤ 30 ml/min
|
- 50% van de normale dosering, bij voorkeur door de toedienfrequentie te verlagen tot 1 x daags.
|
30-50 ml/min 10-30 ml/min < 10 ml/min
|
- maximaal 160 mg per dag. - maximaal 80 mg per dag. - NIET voorschrijven
|
≤ 50 ml/min
|
- 50% van de normale dosis.
|
≤ 50 ml/min
|
- 50% van de normale dosis.
|
≤ 30 ml/min
|
- Onderhoudsdosering:
250 mg 1 x daags.
|