Voorschrijfbeleid
Dit formularium is bedoeld voor de ouderen-GGZ en de verpleeghuizen. Met dit formularium willen we proberen ons eigen voorschrijfbeleid voor medicatie te uniformeren en te rationaliseren. Bovendien willen we dit formularium gebruiken bij het adviseren over medicatie aan anderen die ouderen met geestelijke problematiek geneesmiddelen voorschrijven. In elk hoofdstuk wordt per ziektebeeld de toe te passen medicatie behandeld, de dosering en vervolgens een toelichting op die medicatie. Hoofdstuk 7 over dementie heeft echter een apart karakter. Dementie komt onder ouderen veel voor, vaak is sprake van een samengaan met andere psychiatrische ziektebeelden. Daarom wordt juist op die combinatie van ziektebeelden nader ingegaan en wordt een meer uitgebreide toelichting gegeven dan in de overige hoofdstukken.
Bronnen
Voor het samenstellen van dit formularium is gebruik gemaakt van diverse bronnen. Ten eerste is geprobeerd aan te sluiten bij de bestaande praktijk en ervaringen. Daarnaast is geput uit de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, uit nieuwe wetenschappelijke publicaties, uit het Farmacotherapeutisch Kompas.
Keuzes
Bij het maken van keuzes hebben steeds verschillende factoren meegewogen. Uiteraard de kwaliteit van het middel in relatie tot het ziektebeeld en de bijwerkingen, maar daarnaast ook het voorschrijf- en toediengemak en de te verwachten therapietrouw, de prijs van de geneesmiddelen en ook de ervaring die ermee opgedaan is in de eigen kring. Uiteraard is ook zoveel mogelijk rekening gehouden met de specifieke ouderenaspecten van medicijnen, qua werkzaamheid en bijwerkzaamheid. Er is dus niet een factor verheven boven de andere. Voor bijvoorbeeld de effectiviteit van antidepressiva geldt dat de meeste middelen eigenlijk niet voor elkaar onderdoen. Aspecten als bijwerkingen, maar ook de prijs gaan dan bij de keuze een grotere rol spelen. En wellicht is het voor een verantwoord voorschrijfbeleid nog belangrijker dat een arts middelen voorschrijft die hij of zij kent en waarvan hij de valkuilen heeft ervaren, dan dat de arts steeds weer opnieuw zich conformeert aan "nieuwe" inzichten en daardoor nooit ervaring met een middel opbouwt. Nog een kant van het maken van keuzes is dat de praktijk leert dat nieuwe middelen onveiliger "worden", naarmate ze langer in gebruik zijn. Hoe meer een middel gebruikt wordt, hoe meer kans er is dat een zeldzame bijwerking zich gaat openbaren. We zijn ons bij het opstellen van het formularium steeds bewust geweest van deze nuanceringen die het maken van keuzes bemoeilijken en zijn ons evenzeer bewust van het feit dat de gemaakte keuzes in zekere zin arbitrair zijn. Daarmee is ook gezegd dat het formularium een eindige houdbaarheid heeft.
Diagnose stellen
Het formularium bevat alleen protocollen voor het voorschrijven van geneesmiddelen. Er wordt van uit gegaan dat de voorschrijvende arts zelf vaststelt dat er sprake is van het betreffende ziektebeeld. Het gaat in dit formularium dus niet over het stellen van een diagnose.
Ervaring
Ook is er bij het opstellen vanuit gegaan dat het formularium wordt gebruikt door artsen met meer dan voldoende ervaring met het voorschrijven van geneesmiddelen aan ouderen. De eigenheden van deze doelgroep op het gebied van farmacotherapie, zowel farmacokinetisch als farmacodynamisch, worden bekend verondersteld. Verwezen kan nog worden naar het betreffende hoofdstuk in het Farmacotherapeutisch Kompas, waarin deze informatie kort is samengevat. In individuele gevallen kan het zijn dat er afgeweken moet worden van de genoemde doseringen.
Het formularium is tot stand gekomen door samenwerking tussen:
J. Aberson, sociaal geriater, afdeling Ouderen RIAGG Zwolle,
mw. J. Geerling, sociaal geriater, afdeling Ouderen RIAGG Zwolle,
E. Starreveld, specialist ouderengeneeskunde Zorgspectrum Het Zand namens de VRCs in Zwolle,
H. Venema, ouderenpsychiater Zwolse Poort, Zwolle.