Menu:

Formularium Zwolse Zorginstellingen

 
 

Laatst gewijzigd:
december 2011

Disclaimer »


Hoofdstuk 5: Medicatie bij Angststoornissen


- Paniekstoornis
- Gegeneraliseerde sociale fobie
- Obsessief compulsieve stoornis
- Post Traumatische Stress Stoornis
- Gegeneraliseerde angststoornis


Zie ook de Update Angststoornissen 2009 van de "Richtlijn voor de diagnostiek, behandeling en begeleiding van volwassen patienten met een angststoornis."

5.1 Paniekstoornis

Toelichting op de doseringen

Stap I + IA

paroxetine: 10 mg tot max 60 mg
oxazepam: 3 x 10 mg of
alprazolam: 3 x 0,25 mg

Stap II

citalopram: 10 tot maximaal 20 mg (zie depressie).

Stap III

clomipramine: starten met 1 dd 25 mg. Dosering verder ophogen op geleide van klinisch beeld tot een max. dosering van 75 mg/dag.

Stap IV

aprazolam: 3 x 0,25 mg tot max 3 x 0,5 mg

5.2 Gegeneraliseerde sociale fobie

Hiervoor gelden dezelfde stappen en doseringen als bij de paniekstoornis.

5.3 Obsessief compulsieve stoornis

Toelichting op de doseringen (zie paniekstoornis). Is er sprake van comorbide psychose, combineer dan SSRI met antipsychoticum.

Opmerkingen

Stap I

paroxetine: 10 mg tot max 60 mg

Stap II

clomipramine: starten met 1 dd 25 mg. Dosering verder ophogen op geleide van klinisch beeld tot een max. dosering van 75 mg/dag.
citalopram: 10 tot maximaal 20 mg (zie depressie).

Als de angstklachten niet afnemen, moet paroxetine worden vervangen door citalopram. Als de angstklachten wel afnemen, maar de psychotische verschijnselen niet, dan moet een antipsychoticum worden toegevoegd nl. haloperidol, risperidon of quetiapine. Indien dat ook onvoldoende effect heeft, moet paroxetine worden vervangen door de SSRI citalopram of door clomipramine.

5.4 PTSS (Post Traumatische Stress Stoornis)

Toelichting op de doseringen

Stap I

temazepam: 10-20 mg
oxazepam: 3 x 10 mg
paroxetine: 10-60 mg

Stap II t/m stap III

citalopram: dag 1-10 's ochtends 10 mg, na 10 dagen 20 mg 's ochtends. Vanwege een risico op ernstige QT-verlenging is 20 mg de maximale dosis bij ouderen. Cave onrust; dan met benzodiazepine combineren, zoals oxazepam 2-3 x 10 mg.
clomipramine starten met 1 dd 25 mg; per 3 dagen 25 mg erbij tot max 75 mg of
starten met 25 mg en per week 25 mg toevoegen tot 75 mg daags.
venlafaxine 1 tot 2 dd 37,5 mg (75 mg XR) max 150 mg (XR).

Een stemmingsstabilisator moet door een specialist worden ingesteld.

Opmerkingen

De MAO-remmer panuate kan alleen met een artsenverklaring worden voorgeschreven.
Stemmingsstabilisator: valproinezuur, door specialist in te stellen.

5.5 Gegeneraliseerde angststoornis

Toelichting op de doseringen

Stap I

alprazolam: 3 x 0,25 tot 3 x 0,5 mg
oxazepam: max 3 x 20 mg
buspiron: 2 x 5 mg tot 3 x 10 mg daags
venlafaxine: 1 tot 2 dd 37,5 mg (75 XR) max 150 mg (XR)

Stap II

Voor doseringen zie onder stap I.

Opmerkingen angststoornissen algemeen

  • Bij angststoornissen worden bij voorkeur SSRI's gebruikt, gevolgd door TCA's en benzodiazepinen.
  • Antipsychotische middelen worden niet gebruikt.
  • Bij de start van antidepressiva wordt begonnen met de halve dosering (SSRI) of een derde dosering (TCA) om de patient te laten wennen en zo bijwerkingen te voorkomen.
  • De max dosering ligt (bij OCS) hoger dan bij depressie.
  • Om te bepalen of een medicament werkzaam is moet het effect gedurende een periode van 6 tot 12 weken beoordeeld worden.
  • Bij wisselen van de ene SSRI naar de andere SSRI moet een afbouwperiode van twee weken in acht genomen worden. Na 1 week afbouwen (voor fluoxetine geldt 2 weken) kan het volgende medicament worden gegeven. Indien na een SSRI (een TCA of) een MAO-remmer wordt overwogen moet na afbouw tenminste 1 week (bij fluoxetine 4 weken) worden gewacht alvorens te starten.
  • In principe wordt een werkzaam gebleken SSRI of TCA voor langere tijd (jaren) gehandhaafd.
  • Benzodiazepinen dienen vlot afgebouwd te worden vanwege verslavingsrisico en vanwege gewenning. Behandelduur met benzodiazepinen maximaal 8 weken.
  • Bij angststoornissen wordt behandeling met geneesmiddelen bij voorkeur gecombineerd met andere niet farmacotherapeutische behandelstrategieen bijv. gedragstherapie.

  • naar boven