HART EN VAATZIEKTEN |
RITMESTOORNISSEN |
||
---|---|---|---|
Boezemfibrilleren / Boezemfladderen | |||
Bij AF minder dan 48 uur en patient < 65 jaar, overleg met de cardioloog over cardioversie. Bij AF langer 48 uur altijd behandeling met antitrombotica starten, volgens criteria hieronder. De keuze van de behandeling mede laten bepalen door leeftijd en co-morbiditeit (hypertensie, angina pectoris, decompensatio cordis), hyperthyreoidie. Verlaging van de hartfrequentie (rate control) is belangrijker dan herstel van het sinusritme (rythm control). N.B. Oorzaak AF nagaan. Zie ook European Society of Cardiology (2010) en NHG-Standaard M79 AF (2009). |
|||
preparaat | vorm / sterkte / hoeveelheid | dosering | opmerkingen |
Co-morbiditeit: hyperthyreoidie, hypertensie en/of angina pectoris, ook bij doorgemaakt MI |
|||
1a. ATENOLOL
Tenormin® |
tabl 25, 50, 100 mg | 1 x per dag 25-100 mg |
- B-blokker - hydrofiel, geeft minder angst en onrust - dosis aanpassen op polsfrequentie, doel 70-90 - cave bradycardie - kan in combinatie met isosorbidemononitraat - therapie niet abrupt beeindigen - digoxine toevoegen bij onvoldoende daling VF - contra-indicaties: overvulling bij decompensatio cordis, ernstig astma |
Co-morbiditeit: hypertensie en/of coronairspasmen | |||
1b. DILTIAZEM
Tildiem® |
tabl 60 mg tabl mga 90, 120 mg caps mga 120, 180, 240 en 300 mg caps XR 200 en 300 mg |
tabl 3 dd 60-120 mg, tabl mga 2 x per dag 90-120 mg, caps mga 1 x per dag |
- Ca-entry blokker - minder neg. inotroop dan verapamil - bijw: obstipatie - digoxine toevoegen bij onvoldoende daling VF - contra-indicatie: decompensatio cordis |
Co-morbiditeit: (vermoeden op) decompensatio cordis | |||
2. DIGOXINE
Lanoxin® |
tabl 0,0625; 0,125 mg |
digitaliseren dag 1: 4 tabl 0,125mg dag 2: 2 tabl 0,125mg daarna 1 x per dag 0,125mg |
- onderhoudsdosis halveren bij: .leeftijd >80jr .serumcreat>100umol/l .gewicht <50 kg - streven naar VF <100/min - bij sinusritme eventueel digoxine <0,125 mg per dag - cave nierfunctie - cave kaliumdepletie bij combinatie met diuretica |
Antitrombotische behandeling bij atriumfibrilleren |
Conform richtlijn ESC 2010 alle AF patienten indien mogelijk instellen op orale anticoagulantia, behalve mannen jonger dan 65 zonder risicofactoren. Bij de keuze acetylsalicylzuur of cumarinederivaat is het absolute risico op een CVA van belang. Bepaal dit met de CHA2DS2-VASc risicoscore, European Society of Cardiology (2010). Voor eerdere CHADS2 score zie antitrombotische behandeling in de NHG-Standaard M79 (2009). |
||
CHA2DS2-VASc | punten | CHADS2 (NHG) | punten |
(C) Hartfalen (H) Hypertensie (A) 65-75 jaar (2) > 75 jaar (D) Diabetes Mellitus (S2) Eerder CVA of TIA (VA) Vascular disease (S) vrouw |
1 1 1 2 1 2 1 1 |
(C) Hartfalen (H) Hypertensie (A) > 75 jaar (D) Diabetes Mellitus (S) Eerder CVA of TIA |
1 1 1 1 2 |
score max 9 punten | ........ | score max 6 punten | |
CHA2DS2-VASc | Jaarlijks Stroke Risk % | 95% | BEHANDELING |
0 | 1.9 | 1.2-3.0 | niets of aspirine |
1 | 2.8 | 2.0-3.8 | aspirine of Vit-K antagonist |
2 | 4.0 | 3.1-5.1 | vit-K antagonist |
3 | 5.9 | 4.6-7.3 | Vit-K antagonist |
4 | 8.5 | 6.3-11.1 | Vit-K antagonist |
5 | 12.5 | 8.2-17.5 | Vit-K antagonist |
6 | 18.2 | 10.5-27.4 | Vit-K antagonist |
Antitrombotische behandeling heeft ook risico's, met name is er kans op al dan niet ernstige bloedingen. In grote onderzoeken blijkt het risico op niet ernstige bloedingscomplicaties rond 12% per jaar en de kans op grote bloedingen ongeveer 2% per jaar. Het risico op trombo-embolische complicaties moet dus groter zijn dan het risico op bloedingen. Dit is vanaf een score 2 of meer voor CHA2DS2-VASc en CHADS2. Bij patienten < 75 jaar met AF zonder enig andere cardiovasculaire aandoening of met 1 matige risicofactor is acetylsalicylzuur (80 mg/dag) een goede keuze. Bij patienten > 75 jaar zonder andere risicofactoren zijn vitamine-K antagonisten effectiever dan aspirine. Alle andere patienten met atriumfibrilleren behandelen met een vitamine-K antagonist. Optimale streefwaarde INR 3,0; streefgebied INR 2,5-3,5; therapeutische range INR 2,0-3,5. |
|||
preparaat | vorm / sterkte / hoeveelheid | dosering | opmerkingen |
ACENOCOUMAROL
"Sintrom" |
tabl 1 mg |
1e dag 2 tabl 2e dag 2 tabl 3e dag 1 tabl onderhoudsdosis op geleide van INR; om 17.00 uur innemen |
- starten in overlg met de trombosedienst - streef INR 2,5-3,5 - werking: middellang - bij pijnstilling: paracetamol en codeine geven geen interacties - let op bij starten en stoppen van co-medicatie |
ACETYLSALICYLZUUR "Aspirine" |
tabl 80 mg | 1 x per dag 80 mg |
= carbasalaat-Ca 100 mg - bij leeftijd > 70 jr overweeg toevoegen protonpompremmer (PPI). - trombocyten-aggregatie remming |
Overdosering coumarines | |||
FYTOMENADION = VITAMINE K Konakion® |
concentraat 10 mg/g FNA (3 drp=1 mg) 10 ml amp 10 mg=1 ml |
oraal: 5-10 mg (= 15-30 drp) i.v.: in overleg met antistolzorg, niet meer dan 3 mg |
- werking na 4-6 uur - de orale en parenterale vorm werken even snel |
Voor de interacties met orale anticoagulantia zie de website Federatie Ned Trombosediensten . Signalering aan de trombosedienst gebeurt altijd door de ziekenhuisapotheek van de Isala klinieken. |
HAS-BLED score voor bloedingsrisico bij het toedienen van orale anticoagulantia in AF | ||
---|---|---|
European Society of Cardiology - 2010 | punten | n.b. contraindicatie NHG |
(H) Hypertensie (Systolic = 160mmHg) | 1 | ja, diastole vaak > 110 mm Hg |
(A) Abnormale nier- of leverfunctie | 1 of 2 | ja, ernstige functiestoornis |
(S) Stroke in verleden | 1 | ja, recent HCVA |
(B) Majeure bloeding in verleden | 1 | ja, bloeding in tract.dig. of recent ernstige bloeding |
(L) Labiele INRs | 1 | nee |
(E) Age > 65 years | 1 | nee |
(D) bloedingsrisico verhogende gnmd of alcohol > 8E/week | 1 of 2 | +/- hemorrhagische diathese |
Een score >= 3 betekent een verhoogd jaarlijks risico op ernstige bloedingen. Dan bij het opstarten van een antitrombotische behandeling met een cumarine de nodige maatregelen nemen en de patient regelmatig herevalueren. |
HART EN VAATZIEKTEN |
RITMESTOORNISSEN |
||
---|---|---|---|
Sinustachycardie | |||
preparaat | vorm / sterkte / hoeveelheid | dosering | opmerkingen |
In principe geen farmacotherapie. Uitschakelen van oorzakelijke factoren zoals inspanning, koorts, spanning, overmatig gebruik van koffie, tabak, alcohol, bronchodilatatoren en hyperthyreoidie. In uitzonderlijke gevallen: |
|||
ATENOLOL
Tenormin® |
tabl 25, 50, 100 mg | 1 x per dag 25-100 mg |
- B-blokker - hydrofiel, geeft minder angst en onrust - dosering aanpassen op polsfrequentie - therapie niet abrupt beeindigen - contra-indicatie: decompensatio cordis, bronchospasme - cave bradycardie - kan in combinatie met isosorbidemononitraat |